'Nederlandse scholier zakt voor burgerschap' (onderzoek)

"Nederlandse scholieren hebben de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor volwaardig burgerschap veel minder onder de knie dan hun leeftijdgenoten in het buitenland. Het onderzoek werd uitgevoerd door het IEA, hetzelfde instituut dat internationale vergelijkingen maakt van leerprestaties op het gebied van wiskunde en lezen.

Volgens Anne Bert Dijkstra, die deze gegevens vorige week aanhaalde bij zijn aantreden als bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, zouden de Nederlandse prestaties aanleiding moeten zijn om burgerschapsonderwijs hoger op de agenda te zetten.

Nederlandse scholen zijn sinds 2005 verplicht aandacht te besteden aan burgerschap.

De onderzoekers opperen dat de topscores van landen als Guatemala en Italië misschien te maken hebben met de geschiedenis van deze landen; democratie is hier minder een vanzelfsprekendheid. Waar ze dat wel is, zou dat tot onverschilligheid onder jongeren kunnen leiden."

 Lees hier het gehele artikel.

Bron: Hanne Obbink op trouw.nl, 21 juni 2012 


Waarom bungelt Nederland onderaan de internationale ranglijst? Invloed van school lijkt beperkt

Wat doen Guatemala of Italië zo hoog op die lijst? En waarom staat Nederland zo laag? De onderzoekers die de lijst hebben opgesteld, kijken vooral naar Europa en zien nauwelijks een patroon. Landen als Italië, Griekenland en Spanje zijn ooit door dictators geregeerd, opperen zij, en daarom slaan jongeren in deze landen het belang van democratie en burgerschap misschien hoger aan. Maar wat doet Tsjechië, ook nog niet lang een democratie, dan onderaan de lijst? En als een lange geschiedenis van democratie leidt tot onverschilligheid, waarom scoort Noorwegen dan zo goed?

Ralf Maslowski, onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen: "Misschien komt het omdat burgerschap in de lagere klassen van de middelbare school nog niet veel aandacht krijgt. Misschien maken Nederlandse scholieren in de hogere klassen wel een inhaalslag."

Anne Bert Dijkstra: "Over de invloed van school op de houding van scholieren tegenover maatschappelijke kwesties weten we weinig."

Burgerschap moet hoger op de onderwijsagenda, zegt Dijkstra. "Maar de school moet zich richten op zaken waar ze het verschil kan maken. En is dat dan op het gebied van kennis of ook van houding?"

Lees hier het gehele artikel, via een inlog met je HAN-account in krantendatabase LexisNexis

Bron: Hanne Obbink in dagblad Trouw, 21 juni 2012


'Lessen burgerschap hebben geen inhoud'

Evelien Tonken, hoogleraar burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam denkt dat dit een verklaring kan zijn voor de slechte score. 'Sociaal burgerschap, zoals vrijwilligerswerk, vinden wij belangrijker dan politieke betrokkenheid.'

Anne Bert Dijkstra: 'Door het gebrek aan lesinhoud weet de Inspectie van het Onderwijs niet goed hoe ze erop moet toezien.'

Om te benadrukken dat burgerschap in Nederland geen prioriteit heeft, verwijst Tonkens naar het demissionaire kabinet. 'Dat heeft recent nog heel duidelijk gezegd dat rekenen en taal belangrijk zijn. Aan burgerschap hoeven we blijkbaar geen aandacht te besteden. Dus leeft het ook niet.'

Lees hier het gehele artikel, via een login met je HAN-account in de krantendatabase LexisNexis

Bron: NederlandsDagblad, 22 juni 2012


Deskundigen: Normen en waarden moeten vaste plaats in onderwijs krijgen
Nederlandse scholieren scoren slecht als het gaat om kennis en vaardigheden op het gebied van burgerschap, meldde Trouw gisteren. Hoe erg is dat?
Hans Teunissen, voorzitter van de vereniging van leraren maatschappijleer NVLM: "Als leerlingen de gemeenschappelijke waarden en normen van onze samenleving niet delen, is dat erg, ja. Zeker als die in de wet vastliggen, zoals gelijke rechten voor alle burgers. Natuurlijk mogen jongeren afwijkende meningen hebben, maar als ze niet eens de kennis hebben op basis waarvan ze een mening hebben kunnen vormen, is dat ernstig.
De lage scores zijn wel verklaarbaar. Het onderzoek gaat over veertienjarigen, terwijl burgerschap op school pas in de hogere klassen aan de orde komt. Burgerschap wordt bovendien beschouwd als opdracht van de hele school: het moet in alle lessen aan de orde komen. Maar gebleken is dat het pas echt goed werkt als je het in afgebakende lessen onderbrengt, met serieuze toetsen en bevoegde docenten. Met die paar uurtjes maatschappijleer die leerlingen nu in hun schoolloopbaan krijgen, red je het niet."
Evelien Tonkens, bijzonder hoogleraar actief burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam: "Dat Nederlandse jongeren zo negatief staan tegenover bijvoorbeeld gelijke rechten voor migranten is zorgelijk. Het gaat toch om fundamentele rechten van medeburgers.
Het kan helpen als burgerschap op de basisschool een duidelijker plaats krijgt, bijvoorbeeld in de vorm van een maatschappelijke stage. Op de basisschool trekt een leerkracht een heel jaar op met de kinderen, en dat werkt goed, want burgerschap vraagt rijping."
Anne Bert Dijkstra: "Wanneer vestigen de opvattingen van scholieren zich? De meningen van veertien- en vijftienjarigen zijn aan verandering onderhevig, pas in de vroege volwassenheid worden die wat definitiever. Adolescenten zijn bezig hun identiteit te vormen, en daar hoort bij dat ze zich losmaken van en afzetten tegen opvattingen van anderen.
Maar natuurlijk, de samenleving is erbij gebaat als basiswaarden zoals verdraagzaamheid en non-discriminatie door iedereen gedeeld worden. De school heeft daar een taak in: het overdragen van algemeen aanvaarde normen en waarden."

Lees hier het gehele artikel.

Bron: Hanne Obbink  in dagblad Trouw, 22 juni 2012


Sociale leerdoelen raken vrijheid opvoeding (opinie)

"Prof. Anne Bert Dijkstra is er voorstander van sociale leerdoelen op school te introduceren, zoals goed burgerschap. Maar dit raakt ook de vrijheid van de ouders in de opvoeding. Moet dat?

In de krant van 15 juni pleit hoogleraar Anne Bert Dijkstra ervoor de sociale opbrengsten in het onderwijs op de agenda te zetten. Dijkstra constateert dat scholen geen totaalopbrengsten meten op de terreinen burgerschapsvorming en sociale vaardigheden, zoals bijvoorbeeld bij reken- en taalonderwijs het geval is. Wat je niet weet, kun je ook niet verbeteren, dus is er werk aan de winkel, stelt hij. Volgens Dijkstra levert de schoolgang in sociaal opzicht het volgende op:
  • Als eerste: goed onderwijs draagt bij aan goed burgerschap.
  • Als tweede: op school leer je je sociaal-emotioneel te ontwikkelen.
  • Tot slot: onderwijs heeft invloed op het gedrag van het individu in de groep.
Omdat scholen - en ouders trouwens ook - aan al deze zaken waarde hechten, oppert Dijkstra dat het onderwijs zichzelf sociale doelen zou moeten stellen en nagaan of die worden bereikt. Dat goed onderwijs voor de leerling in sociaal opzicht vruchten afwerpt, is positief. Kun je daaruit concluderen dat het goed is sociale opbrengsten onder de verantwoordelijkheid van het onderwijs te brengen?

Uiteraard draagt een school zorg voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en het sociaal welbevinden. Dat het onderwijs invloed op heeft op hoe een leerling zich gedraagt en ontwikkelt, staat buiten kijf.

Maar wanneer sociaal-emotionele ontwikkeling en goed burgerschap leerdoelen op school worden, betreedt je een grijs gebied.

Deze discussie raakt niet alleen aan het veelkleurige landschap van het Nederlandse onderwijs, het raakt de vrijheid van de ouders in de opvoeding. Het is de vraag of we als samenleving zover moeten willen gaan."

Lees hier de gehele ingezonden brief, met een inlog van je HAN-account in de krantendatabase LexisNexis.

Bron: Bert Mollema, docent in het voortgezet onderwijs, in het Nederlands Dagblad, 20 juni 2012

Tidak ada komentar:

Posting Komentar