De overheid brengt onbedoeld een tweedeling aan in het basisonderwijs. Door aan 'zwarte' scholen lagere prestatie-eisen te stellen dan aan 'witte' scholen, werk je als overheid ongewild mee aan de negatieve beeldvorming van kleurrijke scholen. 
De leeropbrengsten van een school worden momenteel aan het eind van het basisonderwijs meestal gewaardeerd door de gemiddelde Cito-eindscore van minimaal drie opeenvolgende jaren te vergelijken met de scores van scholen met eenzelfde samenstelling van de leerlingenbevolking. Het eindresultaat wordt gecorrigeerd in een zogenaamde LG-score ('LeerlingenGewicht', ofwel het opleidingsniveau van de ouders).
De inspectie houdt bij het vaststellen van haar oordeel over de eindopbrengsten rekening met het percentage 'gewichtleerlingen' in groep 8. Het argument daarbij is dat scholen met veel achterstandsleerlingen meer moeite moeten doen om ze over de eindstreep te brengen. Met deze LG-compensatie accepteert de inspectie echter dat het eindniveau bij schoolverlaters op 'zwarte' scholen vier maanden lager mag zijn dan het eindniveau van schoolverlaters op overige 'witte' scholen.
Van de zeventien kleurrijke scholen in Midden-Brabant in het onderzoek 'Werkelijke excellentie is schaars' (Smits, 2010) zijn de LG- scores van 2007, 2008 en 2009 verzameld. Van de zeventien scholen was er één met drie achtereenvolgende jaren een score onder het minimum. Deze school behoorde ook formeel tot de categorie zwakke scholen. In feite hadden echter acht van de zeventien scholen in groep 8 een gemiddelde leerachterstand van drie of meer maanden. Met de LG-compensatie wordt het 'zuivere' niveau geflatteerd.
Met de maat 'toegevoegde waarde' wordt dus niet alleen de kleurrijke scholen meer recht gedaan, maar wordt ook het ambitieniveau voor scholen met een gunstige uitgangspositie per definitie aangescherpt.
Joop Smits uit Berkel-Enschot was 15 jaar Inspecteur van het Onderwijs. Hij is auteur van publicaties over toegevoegde waarde bij excellente 'witte' scholen en kleurrijke scholen."
Lees hier het gehele artikel.
Bron: Joop Smits op ed.nl, 26 april 2012
De leeropbrengsten van een school worden momenteel aan het eind van het basisonderwijs meestal gewaardeerd door de gemiddelde Cito-eindscore van minimaal drie opeenvolgende jaren te vergelijken met de scores van scholen met eenzelfde samenstelling van de leerlingenbevolking. Het eindresultaat wordt gecorrigeerd in een zogenaamde LG-score ('LeerlingenGewicht', ofwel het opleidingsniveau van de ouders).
De inspectie houdt bij het vaststellen van haar oordeel over de eindopbrengsten rekening met het percentage 'gewichtleerlingen' in groep 8. Het argument daarbij is dat scholen met veel achterstandsleerlingen meer moeite moeten doen om ze over de eindstreep te brengen. Met deze LG-compensatie accepteert de inspectie echter dat het eindniveau bij schoolverlaters op 'zwarte' scholen vier maanden lager mag zijn dan het eindniveau van schoolverlaters op overige 'witte' scholen.
Van de zeventien kleurrijke scholen in Midden-Brabant in het onderzoek 'Werkelijke excellentie is schaars' (Smits, 2010) zijn de LG- scores van 2007, 2008 en 2009 verzameld. Van de zeventien scholen was er één met drie achtereenvolgende jaren een score onder het minimum. Deze school behoorde ook formeel tot de categorie zwakke scholen. In feite hadden echter acht van de zeventien scholen in groep 8 een gemiddelde leerachterstand van drie of meer maanden. Met de LG-compensatie wordt het 'zuivere' niveau geflatteerd.
Met de maat 'toegevoegde waarde' wordt dus niet alleen de kleurrijke scholen meer recht gedaan, maar wordt ook het ambitieniveau voor scholen met een gunstige uitgangspositie per definitie aangescherpt.
Joop Smits uit Berkel-Enschot was 15 jaar Inspecteur van het Onderwijs. Hij is auteur van publicaties over toegevoegde waarde bij excellente 'witte' scholen en kleurrijke scholen."
Lees hier het gehele artikel.
Bron: Joop Smits op ed.nl, 26 april 2012
Tidak ada komentar:
Posting Komentar